Nestgelegenheid voor wilde bijen
Je kunt zorgen voor plek om te nestelen. Sommige bijen nestelen in de grond, andere in gangetjes, zoals in een bijenhotel. Ze houden van een warm plekje in de zon.
Hoe planten bijen zich voort?
Vrouwtjes worden bevrucht door de mannetjes. De vrouwtjes maken vervolgens een nest. De meesten doen dat in de grond, of in een gangetje, bv. een holle stengel of een gangetje in een boomstam. Ze maken voor elk eitje dat ze leggen een aparte nestkamer. Daar leggen ze stuifmeel in als voedsel, en één eitje. Als dat uitkomt, eet de bijenlarve het stuifmeel op. Als hij groot genoeg is, verpopt hij tot een nieuwe volwassen bij, klaar om uit te vliegen.
De meeste bijen maken ieder een eigen nest. Hommels leven in een kolonie, tientallen tot honderden dieren, met één koningin. Die maakt in het voorjaar een nieuw nest, om een nieuwe kolonie te beginnen.
Plek voor bijennestjes in de grond
70% van de wilde bijensoorten nestelt in de grond. Dat doen ze graag op een zonnige plek, kale grond, of niet te dicht begroeid. Sommige soorten hebben graag los zand, andere liever wat fijnere grond, lemig of kleiig. Ze houden het nest graag droog, dus hoog grondwater vinden ze niet fijn. Sommige soorten nestelen in een vlakke bodem, andere hebben liever een helling of een steilwandje. Soms zitten er nesten tussen tegels. Een voeg tussenruimte van een halve centimeter is al genoeg. Voor deze bijen kun je een nestheuvel of bijenburcht maken.
Bijennestjes in holle gangen
15% van de bijensoorten nestelt graag in een gangetje. Dit zijn de soorten die ook in een bijenhotel komen wonen. Kleine bijensoorten hebben genoeg aan een gangetje van 2 mm doorsnee. De grootste soorten willen graag 12 mm. De meeste soorten zitten er tussenin. Hang het hotel op een zonnige plek, in de buurt van veel bloemen. Dan zie je binnenkort de bijen af- en aanvliegen!
Voor een 5-sterren bijenhotel vind je hier alle informatie:
Insectenhotels - IVN Heeze Leende
Als je de stengels van uitgebloeide bloemen laat staan, of op een beschutte plek bewaart, kunnen daar ook bijen in nestelen of overwinteren. Ze hoeven daarvoor niet in een bijenhotel te zitten. Sommige bijen knagen een nestgang in dode stengels van bramen of vlinderstruiken.
Hommelnesten
Bij hommels overwintert alleen de koningin. In het vroege voorjaar zoekt ze een nestelplek, in een oud muizenhol, in een beschut en droog plekje op de grond, in een spouwmuur of, soms, in een vogelhuisje. Je kunt ook kant-en-klare hommelhuisjes kopen. Maar de kans dat er een nest in komt is niet zo groot.
De koningin maakt de eerste nestcellen, waarin ze stuifmeel en een eitje legt. Eerst worden daaruit vrouwtjes geboren, de werksters. Die bouwen het nest uit, en ze verzamelen stuifmeel. Later in het seizoen komen er ook mannetjes en nieuwe koninginnen. Alleen die laatsten overwinteren tot het volgend voorjaar.
Koekoeksbijen
Er zijn ook soorten bijen die helemaal geen nest maken, maar hun eitjes in nesten van een andere bijensoort leggen, zoals een koekoek dat doet in het nest van een andere vogel. Koekoeksbijen verzamelen zelf ook geen stuifmeel. Alles laten ze aan de gastheer-soort over. Voorbeelden van koekoeksbijen: wespbijen, bloedbijen en koekoekshommels.
Inspiratie nodig?
Scrol met de pijltjes door de fotoserie.
Boek: Gasten van Bijenhotels
Wil je nog veel meer weten over bijen en hun nestgelegenheid? Kijk in het boek 'Gasten van bijenhotels', van Pieter van Breugel. Je kunt het gratis downloaden of bestellen op papier:
Gasten van bijenhotels - Bestuivers