Hoofdinhoud

Tuinieren zonder gif: het kan gemakkelijk

Gif tegen slakken, luizen, mieren en andere tuin-ongemakken: het werkt, maar helaas niet alleen tegen deze plaaggeesten. Ook veel andere dieren leggen het loodje. Bestrijdingsmiddelen in tuin en landbouw zijn giftig voor wilde bijen, bodemdieren, vogels...

Ze passen dus niet in je bijvriendelijke tuin. Gelukkig zijn er andere manieren om de ongemakken binnen de perken te houden!

Ongewenste planten

Hoe kun je voorkomen dat er bepaalde planten staan op plekken je ze niet wilt hebben? Je kunt er op verscillende manieren mee omgaan.

Laat ‘onkruid’ toe

Veel planten die ergens vanzelf opkomen, zijn goed voor bijen of andere insecten, en zien er leuk uit als je ze de kans geeft om te bloeien. Als ze andere planten overwoekeren, kun je ze ook in een pot zetten.

Foto: Anne Marie van Dam

Plant bodembedekkers

Onkruid komt vooral op op kale grond. Bodembedekkende planten zorgen ervoor dat andere planten geen ruimte krijgen. Bijvoorbeeld: kruipende smeerwortel, gevlekte dovenetel en kruipend zenegroen. Die doen het in de zon én in de schaduw, op bijna alle grondsoorten.

Strooi een laagje houtsnippers, herfstblad of een andere ‘mulch’

Een mulchlaagje zorgt er voor dat er veel minder planten kiemen. Je kunt er plantenresten uit je eigen tuin voor gebruiken. Het zorgt óók voor meer bodemleven, minder verdamping en een mooie kruimelige bodem.

En wat als er plaagdieren in je tuin rondkruipen?

Slakken, luizen en mieren: ze horen er bij

Het is normaal dat er 'van alles wat' op je terrein rondkruipt. Dan is de natuur er 'in balans': de ene soort concurreeert met de andere, of de ene eet de andere. Er zijn geen soorten waar er zóveel van komen, dat je planten er door opgegeten worden. Hoe meer variatie in je tuin, hoe meer kans je hebt dat de natuur zélf plagen voorkomt. Zoals op de foto: een larve van een lieveheersbeestje eet luizen.

Als er wel een plaag ontstaat

Je kunt uitzoeken of de plant die je wilt kweken wel geschikt is voor de plek waar hij staat, of zoeken naar planten die minder aantrekkelijk zijn voor plaagdieren. Plaagdieren eten graag de zwakkere planten op. Hoe vitaler je planten, hoe minder je er last van hebt. Door een plaag een seizoen toe te staan, geef je natuurlijke vijanden van het plaagdier de kans om je te komen helpen. Je kunt die ook stimuleren, bv. door rommelhoekjes te maken (egels zijn er blij mee).

Als dat niet genoeg helpt, kun je plaagdieren met plantenextracten misleiden of je planten er sterker mee maken. Luizen kun je weglokken met planten die nóg lekkerder zijn.