Hoofdinhoud

Aanleg

  • Werk kleinschalig: meer reliëf en afwisseling in hoogte en dichtheid van de vegetatie betekent mogelijkheden voor meer soorten.
  • Vorm gazons en grasbermen om naar bloemrijk grasland.
  • Beplant vaste plantborders met voedselplanten voor bijen.
  • Zorg voor een mix van vroeg- en laatbloeiende soorten bomen en struiken.
  • Kies planten die bij de plek (bodem, vocht, licht) passen.

  • Werk met inheemse bomen, heesters en vaste planten.

  • Inspiratie voor bijvriendelijke beplanting: Biodiversiteit in tuin en plantsoen

Foto: Anne Marie van Dam

Beheer

  • Laat bomen en struiken in bloei komen. Knot wilgen om en om, zodat er elk jaar wilgen bloeien.
  • Gefaseerd maaien is belangrijk, daarbij blijft een deel van de bloemen staan en kan er ook zaad gevormd worden.
  • Ook is het belangrijk het maaisel na enkele dagen af te voeren om de bodem te verschralen.
  • Zorg hier en daar voor een paar vierkante meter open, droge grond op een zonnige plek.
  • Gebruik geen gif voor onkruidbeheer en tegen ziektes en plagen.
Gefaseerd maaien Foto: Menno Reemer

Meer informatie

Bekijk de mogelijkheden om een bijvriendelijk inrichtings- en beheersplan te maken op: Stappenplan–Prachtlint